Juryrapport


Onze motivatie voor Heddy Honigmann


Zouden veel geboren en getogen Nederlanders wel begrijpen wat het betekent te moeten leven zonder de veilige zekerheid te kunnen blijven waar je thuis was, je school stond en je taal gesproken werd? Het is een vraag die een van de oprichters van het Humanistisch Verbond, Jaap van Praag, heel goed had kunnen stellen en hij had er ook een antwoord op, omdat hij in zijn eigen leven als jonge man het verdwijnen van dat gevoel van veiligheid en zekerheid heeft meegemaakt. Als joodse onderduiker tijdens de bezetting was hij zich iedere dag bewust van het feit dat hij niet meer mocht horen bij de samenleving waar hij zo vanzelfsprekend deel van uitmaakte en wist hij iedere minuut dat hij niet meer kon rekenen op de bescherming van de overheid. Hij was aan het uithoudingsvermogen en de dapperheid van anderen overgeleverd en overgelaten aan zijn eigen doorzettingsvermogen en zijn vertrouwen op een betere toekomst.

Wie onderdrukt wordt, moet zich onderwerpen aan de eisen van een hogere macht en wordt tot dienstbaarheid gedwongen, wie onderduikt probeert zich juist te onttrekken aan een vernietigende kracht en blijft in de meest letterlijke zin van het woord bij zichzelf. De onderdrukte leeft met de zekerheid van beperkingen, de onderduiker leeft met de wil om te overleven. Jaap van Praag zette die wil na de bevrijding om in het streven actief vorm te geven aan een menswaardige en rechtvaardige samenleving met zoveel respect voor ieder individu, dat deze zich in vrijheid en in harmonie met anderen en zichzelf kan ontplooien. Autonomie is dan niet de vrijheid om geen rekening meer te hoeven houden met anderen, laat staan hen geen ruimte voor hun individualiteit te laten, maar een opdracht om weloverwogen een keuze voor het in morele zin ‘goede leven’ te maken. Dat kan ook betekenen dat er afscheid genomen moet worden van familie, werk of zelfs taal en land. Dat is nooit méér het geval dan wanneer het eigen leven onmogelijk gemaakt wordt of tot onwenselijk verklaard wordt.

Op zo’n moment wordt autonomie een levensnoodzaak, een competentie tot anders en elders leven ook, waar de een meer over beschikt of beter vorm aan weet te geven dan de ander. In het leven van filmregisseur Heddy Honigmann is dat vermogen tot autonomie een opvallend kenmerk. Natuurlijk, het was al bij haar ouders aanwezig. Bij haar ouders uit Oostenrijk en Polen, bij haar vader die het concentratiekamp overleefde en na de oorlog in Peru een nieuw bestaan opbouwde en nog later weer opnieuw in Israël. Ze zegt het ook zelf in een interview: ‘Wat emigrantenouders, als het goed is, als iets positiefs aan hun kinderen meegeven, is flexibiliteit, soepelheid… Zonder het te weten hebben mijn ouders mij koffers meegegeven.’

De koffer is een mooi symbool voor autonomie. Het is wat de reiziger meeneemt, wat hij uit andere plekken en tijden met zich meedraagt en hem tegelijkertijd een zekere onafhankelijkheid geeft tijdens de reis en op de nieuwe bestemming. ‘Ik hoor nergens bij,’ zegt Heddy Honigmann zelf en in een groot deel van haar werk klinkt bij haar hoofdpersonen het verlangen door weer of nog ergens bij te horen, erbij te kunnen blijven horen ook. Omdat het steeds ook gaat om het verlangen bij jezelf te kunnen blijven horen, jezelf te blijven dus, voert bitterheid nergens de boventoon in haar werk en wordt in het gedrag van de hoofdpersonen nooit enige vorm van hinderlijke opdringerigheid of streberigheid zichtbaar. Eerder is er sprake van een ondertoon van melancholie en ook van een houding die opvalt door veerkracht en weerbaarheid. Het leven is beter geweest en alles wordt eraan gedaan om het in de beide betekenissen van het woord weer een beetje goed te krijgen. In de films van Heddy Honigmann is er ook altijd hoop en vertrouwen, geloof ook van mensen in elkaar, vooral als ze zich in dezelfde situatie bevinden of met elkaar verbonden zijn.

In dit opzicht keert in de films en ook in de persoon van Heddy Honigmann veel terug van wat ook typerend was voor de opstelling van Jaap van Praag na de Tweede Wereldoorlog en wat in haar eigen woorden bij haar vader juist ontbrak. Hij wilde niet meer in mensen geloven, zij daarom heel bewust juist wel.


Wel is Heddy Honigmann haar hele leven, net als haar ouders, reiziger gebleven en dat in meer dan één opzicht. Ze veranderde een paar keer van studie en toen de keuze eenmaal op film was gevallen, kon ze daarvoor niet terecht in Peru. Uiteindelijk kwam ze na de nodige omzwervingen in Rome terecht, waar ze een Nederlandse filmer leerde kennen. In 1978 werd Nederland ook haar thuisland en kreeg ze de Nederlandse nationaliteit. Het beeld van de reiziger is echter gebleven, voor veel van haar films moet ze zelf op reis en in veel van haar films is het reizen, beter gezegd het moeilijke vertrek en de moeizame vestiging in het nieuwe land, een vast thema. Soms is het reizen ook simpelweg een metafoor voor het ontworteld geraakt zijn, zoals in het geval van de veteranen van de Nederlandse vredesmissies in oorlogsgebied in Crazy of van de snel dementerende man in een ijzig vreemd land in Hersenschimmen. In Metaal en melancholie zien we hoe de verarmde middenklasse van Lima probeert door het leveren van taxidiensten te overleven. Hetzelfde doen in Het ondergronds orkest de klassieke beroepsmusici van Oost-Europa na de val van het IJzeren Gordijn in de metrogangen van Parijs.

Overleven is verlangen naar het leven zoals het eerder geleefd is. In O Amor Natural is dat het verlangen van oude mensen naar de seksuele hartstocht van hun jeugd, in Dame la Mano het verlangen naar het Cuba van voor de revolutie, in Goede man, lieve zoon is het de herinnering van moeders en vrouwen naar de door het oorlogsgeweld in Bosnië omgekomen en vermoorde mannen. In de speelfilms Tot ziens en De juiste maat gaat het vooral om een verlangen dat nooit vervuld kon en zal worden: het verlangen van de onmogelijke liefde en de onbereikbare geliefde.

Overleven ziet Heddy Honigmann zelf als een kernthema in haar werk. In het scenario van Metaal en melancholie formuleert zij het zelf zo: ‘Hoe overleven mensen? Wat is het dat mensen de kracht, de ideeën, de creativiteit, de moed geeft om tegen alle dagelijkse tegenslag en obstakels in, iedere dag weer wakker te worden en het leven tegemoet te treden?’ Uit haar woorden wordt al duidelijk dat het om de veerkracht en de weerbaarheid van het individu gaat, om de eigen inzet, in de wetenschap dat uiteindelijk niemand anders blijvend de verantwoordelijkheid voor jouw bestaan op zich kan nemen. Het is een vitaal beeld van de mens dat Heddy Honigmann laat zien, maar het blijft niet beperkt tot de oppervlakkige of hypomane vitaliteit die alles tegenwoordig zo commercieel laat schijnen.

Mooi is wel dat in haar serieuze interpretatie van vitaliteit muziek en dans vaak zo’n grote rol spelen. In de muziek vinden alle emoties een plaats, niet alleen als gevoel, maar vooral ook als verklanking van wat men heeft meegemaakt. Vreugde, verdriet, verlangen, heimwee, maar ook boosheid en teleurstelling vinden hun uitdrukking in de muziek en laten hun indruk na op het gevoel van de luisteraar. Dat kun je in de films van Heddy Honigmann zien als ze inzoomt op de muzikanten, de dansers, de passagiers in de metro of de soldaten die in de muziek de wereld terug blijven horen die ze geografisch achter zich hebben gelaten. Wij lezen in hun gezichten het verhaal dat wij zelf schrijven.


Heddy Honigmann is een bijzondere filmregisseur, scenarioschrijver en vaak ook interviewer. Bijzonder door de omvang en de kwaliteit van haar oeuvre, dat inmiddels uit zo’n veertig korte en lange films, documentaires zowel als speelfilms, bestaat, maar ook bijzonder door de onderwerpen die ze kiest en de wijze waarop ze daar vorm aan weet te geven. De onderwerpen zijn verrassend en de vormgeving is dat nog meer, soms op het shockerende af. Hoe hard en onvriendelijk vaak de omgeving ook is waarin haar hoofdpersonen hun leven leiden, haar camera gaat zacht te werk, tast de gezichten af, voelt hun kwetsbaarheid en zoekt wat hen drijft. De humor van het onwaarschijnlijke contrast en van de ironie van de geschiedenis is overal aanwezig. Boosheid en verdriet houden een menselijke maat en blijven zo invoelbaar. De geschiedenis die getoond wordt staat voor vele andere verhalen die niet meer verteld hoeven te worden.

De originaliteit en de kwaliteit van het werk van Heddy Honigmann is niet onopgemerkt gebleven. Veel van haar films hebben nationaal en internationaal waardering geoogst en publiek gewonnen. Voor de Humanistische Omroep heeft zij onlangs nog een bijzondere reeks van wat je zou kunnen omschrijven als ‘warme keukenportretten’ gemaakt. Het Museum of Modern Art in New York wijdde een retrospectief aan haar werk, de documentaire Crazy bezorgde haar een Gouden Kalf en in 2003 kreeg ze de Jan Kassies Oeuvre Prijs van het Stimuleringsfonds. Daar komt nu de Van Praag-prijs van het Humanistisch Verbond bij. Het is een prijs die haar werk en haar persoon past, beter gezegd, het lijkt wel of de prijs bedacht is om aan haar te kunnen uitreiken. Het gaat om een oeuvre-prijs voor wie zich in zijn of haar werk heeft ingezet voor een menswaardige en rechtvaardige samenleving. In het werk moeten onorthodoxe zienswijzen en vernieuwende ideeën en perspectieven tot uitdrukking komen, in 2006 in het bijzonder in relatie tot het motto van het zestigjarige Humanistisch Verbond: ‘Zelf denken, samen leven. Een herwaardering van autonomie’. Daar is dit jaar aan toegevoegd te willen kijken naar iemand die gebruik maakt van een ander medium dan de wetenschap en in het eigen medium autonomie vorm geeft in de erkenning van het belang dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen voor een mooie invulling van hun eigen leven in relatie tot anderen en hun omgeving. Het gaat ook om autonomie als levenskunst.


De jury voor de Van Praag-prijs 2006, bestaande uit Hans Alma, Liesbeth Brandt Corstius, Sonja de Leeuw, Chris Keulemans en Paul Schnabel, herkent in het werk en de persoon van Heddy Honigmann de kwaliteiten die het Humanistisch Verbond in herinnering aan een van zijn oprichters heeft verbonden met de Van Praag-prijs. De jury is dan ook verheugd dat het bestuur van het Humanistisch Verbond heeft besloten op haar voorstel de Van Praag-prijs van het jubileumjaar 2006 toe te kennen aan Heddy Honigmann.